E-boeken in de klas?

Mogen studenten e-boeken, Ipads and laptops in de klas gebruiken? Van mij wel. Bij mij in de klas is het al enige tijd gebruikelijk dat studenten hun elektronica meenemen tijdens de les. E-boeken zijn goedkoper en studenten kunnen hun aantekeningen leesbaar opbergen (en weer oproepen). Bovendien is ook de reader met artikelen in pdf via de leeromgeving beschikbaar. Dat scheelt veel kopieerwerk en onnodige kosten (bijvoorbeeld wanneer niet alle readers verkocht worden, wat moet je met zoveel oud papier).

OK, ik ga mee met de vernieuwing, maar ik schrijf het ook niet voor. Er zijn nog steeds veel studenten die graag een boek meenemen naar de les, gekleurde ruitertjes plakken bij belangrijke passages of zelfs – als ze het boek niet doorverkopen – met een marker teksten geel doen oplichten. Het levert een prettige combinatie op van leermiddelen.

Deze week stond in de NRC (15 en 16 februari 2014) een artikel van een Amerikaanse hoogleraar die het gebruik van elektronica in haar klas verbiedt. Haar lessen zijn er niet geschikt voor en het ‘gedoe’ met lege batterijen, stekkers die kwijt raken en andere problemen is ze zat. Het kost tijd en het verstoort het les-ritme. Gewoon papieren teksten dus… Haar belangrijkste argument is dat direct contact in de klas het beste wordt gestimuleerd als studenten met papieren tekst moeten werken.

Ik kan het daar niet mee eens zijn. Ten eerste vind ik dat wij als docent voorop moeten lopen bij de nieuwe ontwikkelingen, ook al kost het wat extra tijd en energie van onze kant. Ten tweede valt het ‘gedoe’ met stekkers en batterijen erg mee. Studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen lesmateriaal. Ik mopper niet als ze hun boek niet meebrengen, en ook niet als hun batterij leeg is. Mijn interactie met de klas bestaat uit het discussiëren over onderwerpen op het gebied van onderzoek en statistiek.

Ik verwacht dat mijn studenten hun leeswerk, hun voorbereiding thuis hebben gedaan. Het gebruik van leermiddelen is een instrument, belangrijkste doel is ze kritisch te laten reflecteren op het geleerde. Mede daarom stel ik van te voren mijn presentaties beschikbaar, zodat ze daar alvast naar kunnen kijken. De meeste studenten nemen deze presentatie (geprint of elektronisch) mee naar school om zo hun aantekeningen te structureren.

Het belangrijkste argument vind ik echter dat iedere student op zijn eigen manier leert, een eigen leerstrategie heeft. Dat kun je niet opleggen. Sommige studenten zweren bij papier, anderen klappen hun laptop open. Prima.

Nu schets ik een ideale situatie; de praktijk is soms wat weerbarstig. Daarom heb ik regels voor het gebruik van laptops en ander materiaal. Zo krijgen studenten een cijfer voor ‘actieve participatie’ en die bestaat niet uit het wegdromen bij een leuke Facebook pagina. E-mail checken, ander werk maken: ik let er op dat dit niet gebeurt. Gebeurt dat wel, dan moet de laptop dicht. Luisteren en discussiëren voeren dan de boventoon.