OV-kaart en studieresultaat

Deze week stond er in zowel de regionale als landelijke dagbladen een artikel over een interessant onderzoeksresultaat: dat het hebben van een OV-kaart slecht is voor studenten. Mijn aandacht werd meteen getrokken. Hoe zou het kunnen dat een OV-kaart slecht is voor studenten? Het artikel gaf het antwoord: het heeft een negatief effect op studieresultaten. Nu was mijn interesse nog meer gewekt. Hoe kan dat dan?

Martijn Kobus is gepromoveerd (proficiat!) op dit onderwerp: het effect van de OV-kaart op studieresultaten. En uit zijn analyses blijkt dat dit effect negatief is. Volgens de jonge doctor komt dat omdat studenten met OV langer thuis blijven wonen (het is goedkoper dan op kamers), langer reizen (zeker als de treinen vertraging hebben) en hun tijd niet nuttig besteden. Dat laatste kan ik beamen, zij het niet betrouwbaar en valide. Studenten gebruiken hun treintijd voornamelijk om te Instagrammen, muziek te luisteren en te kletsen. Zelden zie ik een student in zijn boeken neuzen.

Maar ja, studenten die langer thuis wonen hebben wellicht minder gelegenheid om uit te gaan en daardoor zouden ze thuis hun studie efficiënter kunnen inrichten. Kennelijk gebeurt dat niet en we weten niet hoe dat komt. Althans in de studie van Kobus.

Verder zijn er wellicht andere oorzaken van slechte studieresultaten te noemen. Misschien is het een selecte groep studenten die langer thuis blijft wonen, misschien zijn die studenten wel wat minder zelfstandig dan hun op kamers wonende collega’s, ook in hun leergedrag. Dat is een kwestie van interne validiteit, als je ’t mij vraagt. De analyse van reistijd van en naar de universiteit is bovendien gedaan met gegevens van VU-studenten, een beperkte populatie dus en zeker niet generaliseerbaar. Kortom, ik plaats wat kanttekeningen bij deze bevindingen en ik ben op zoek gegaan naar het originele rapport.

Uit de dissertatie blijkt dat de kranten een detail van de bevindingen hebben uitvergroot. Kobus’ onderzoek ging eigenlijk over de het gebruik van publieke voorzieningen door studenten, de studie naar OV-reizen en studieresultaat was daar maar een klein onderdeel van. Mijn vermoeden is dus dat Kobus zelf ook niet zo blij was met het karikaturale bericht in de krant. Bovendien hebben de kranten de beperkte reikwijdte van de resultaten compleet genegeerd.

Wat ontstaat is een gevaarlijke conclusie: studieresultaat en reistijd worden zo maar met elkaar in verband gebracht en nog wel op nationaal niveau; en dat terwijl er vele andere variabelen (die niet gemeten zijn) het negatieve studieresultaat zouden kunnen verklaren. Spurieuze relatie?

Bronnen:
Kobus, M.B.W. (2014). Economic studies on public facilities use (Ph.D dissertation). Amsterdam: Vrije Universiteit. Science guide (2015). Het echte beter benutten. Verkregen op 1 januari 2015 via http://www.scienceguide.nl/201501/het-echte-beter-benutten.aspx