Laatst werd ik gevraagd om een lezing te houden over het begeleiden van praktijkonderzoek. Bij het schrijven van het gedeelte over de eindtermen (daaro wordt een student nu beoordeeld bij het afronden van zijn afstudeerproject), pende ik rustig weg over vaardigheden en competenties. Totdat ik de tekst aan iemand liet lezen. Hij merkte meteen op: 'je gebruikt de termen vaardigheden en competenties door elkaar, dat is niet hetzelfde hoor'. Gelukkig: een oplettende lezer. Ook een collega reageerde: 'dat is toch logisch!'.
Eigenlijk is het helemaal niet logisch. Een rondgang langs bekende en veel gebruikte webpagina’s leert, dat de twee termen vaak door elkaar worden gebruikt. Er bestaat dan ook verwarring over hun betekenis. Zelfs Wikipedia (de meest gebruikte bron onder onze studenten) definieert een vaardigheid als een competentie. Maar… dat is niet het hele verhaal. Wat is het dan wel?
Een vaardigheid geeft aan of je ergens goed in bent. Zo kun je bijvoorbeeld vaardig zijn met SPSS. Je weet welke knoppen je moet gebruiken om bepaalde resultaten tevoorschijn te ‘toveren’. Een competentie is veel meer dan alleen een vaardigheid. Beschik je naast vaardigheden over kennis en bepaalde eigenschappen om problemen op te lossen, dan ben je competent. Het goed kunnen uitvoeren van kwantitatief onderzoek is zo’n competentie: je beschikt over statistische kennis, je bent vaardig op SPSS, je probleemoplossende vermogen stelt je in staat om de resultaten te interpreteren en samen te vatten in een samenhangend rapport.
Zo bestaat het begrip competentie uit kennis, vaardigheden en eigenschappen (soms ook houdingen genoemd). In het hbo worden per opleiding competenties (wat moet de student kennen, kunnen en begrijpen) opgesteld en die worden vervolgens vertaald naar cursus- en leerdoelen. Dan vraag ik me toch af, waarom op veel opleidingen ‘onderzoeksvaardigheden' wordt onderwezen. Dat is eigenlijk toch slechts een deel van wat we aan onze studenten willen meegeven? Of niet soms?
Veel groeten,
Nel Verhoeven