Op 17 september 2015 publiceerde de Hogeschool Utrecht een artikel over een onderzoek onder haar studenten: zij kunnen behoorlijk onzeker zijn bij hun afstudeeronderzoek. Hoe dat komt? Volgens de onderzoekers vinden studenten het bijvoorbeeld lastig om te gaan met de kritiek. Dat geldt voor zowel self- en peer assessment, als ook voor evaluaties door docenten en opdrachtgevers. Andere oorzaken zijn de complexiteit van het onderzoek (de onderzoekers omschrijven dit als 'het gepuzzel'), de wijze waarop de onderzoeksopdracht is geformuleerd, het risico fouten te maken en in tijdnood te komen, maar ook de manier waarop de student begeleid wordt (Bolinger & Van Rooijen, 2015).
Kijk, studenten zijn vaak onzeker. Onzeker over de keuzes die ze maken, over de kwaliteit van hun werk, over de communicatie met opdrachtgevers, het halen van deadlines en wat er van ze verwacht wordt. Daarbij komt dat iedere docent weer op een andere manier begeleidt, en die manier van begeleiden moet maar net bij de student passen. Er moet een klik zijn. Maar ja, als die klik er niet is, zal de student toch aan de slag moeten.
Ik heb mijn jarenlange ervaringen met de begeleidingspraktijk samengevat in een handzaam boek, dat dit najaar verschijnt. Daarin geef ik begeleidingsadviezen, die ervoor kunnen zorgen dat een goede sfeer ontstaat voor het begeleiden van de studenten. Een veilige omgeving waarin de student zijn eigen leren creëert en waarin de docent de juiste mix van steun en sturing biedt. Zo ontstaat een situatie waarin de student een onderzoekende houding kan ontwikkelen, die zo nodig is om als (jonge) professional een goede en werkzame plaats in de samenleving te vinden.
In mijn nieuwe boek beschrijf ik de begeleidingspraktijk hoofdzakelijk vanuit het perspectief van de docent. Welke vormen van begeleiding zijn er? Waar ligt het accent: op ‘steunen’ of op ‘sturen’ of juist op een mix tussen die twee? Hoe selecteer je studenten, hoe begeleid je groepen, hoe ga je om met de wederzijdse rollen en verwachtingen, en met het beheer van tijd? Ik beschrijf deze elementen vanuit mijn eigen begeleidingspraktijk, vanuit mijn meer dan 20-jarige ervaring met het begeleiden van afstudeerders. Het boek is dus geen kookboek over hoe je het beste studenten kunt begeleiden, het bevat meer wijze lessen die ik zelf geleerd heb, lessen uit mijn ervaringspraktijk.
Verder ga ik in op de begeleiding per fase van onderzoek. Tijdens iedere onderzoeksfase lopen student en begeleider tegen bepaalde kritieke momenten aan: keuzes die gemaakt moeten worden, accenten op specifieke elementen van het verrichten van onderzoek. Ten slotte beschrijf ik de fase van het onderzoeksverslag, de presentatie, beoordeling en evaluatie.
We werken hard om het boek eind van het najaar op de plank te hebben. Ik ben zeer benieuwd wat jullie ervan zullen vinden en ik houd jullie natuurlijk op de hoogte over wanneer het boek verschijnt! Een goed najaar gewenst!
Groetjes, Nel
Bron artikel:
Bolinger. S. & Van Rooijen, R. (2015, 17 september). Afstudeeronderzoek maakt studenten onzeker. Hogeschool Utrecht. Verkregen op 3 oktober 2015 via http://www.onderzoek.hu.nl/Nieuws/Afstudeeronderzoek-maakt-sommige-studenten-onzeker.aspx.