Soms worden onderwerpen voor een blog je in de schoot geworpen. Onderwerpen die me na aan het hart liggen. Zoals over onafhankelijkheid van de onderzoeksresultaten (en dus van onderzoekers). Dat laatste is momenteel vaak punt van discussie. Immers, bij praktijkonderzoek wordt een vraag uit de samenleving beantwoord, soms geïnitieerd en betaald door het bedrijfsleven, dat zeer benieuwd is naar de resultaten. Hoe onafhankelijk is dat?

Een recent voorbeeld is het onderzoek naar vitaminetekort bij peuters, deels gefinancierd door Nutricia. Wat is er aan de hand? Er zijn onderzoeksresultaten gepubliceerd (Akkermans, Eussen, Van der Horst-Graat, Van Goudoever & Brus, 2017), waaruit blijkt dat 12 procent van de peuters tekort aan ijzer heeft en 23 procent tekort aan vitamine D. Het advies luidt om peuters vanaf een jaar peutermelk te geven, waarin deze supplementen zitten. Die peutermelk wordt door Nutricia geleverd, het onderzoek is deels door hen betaald. Je kunt je afvragen hoe onafhankelijk dit onderzoek is. De onderzoekers stellen dat hun onafhankelijkheid niet in het geding is, anders had het American Journal of Clinical Nutrition nooit gepubliceerd. In mijn ogen is dat geen valide argument. Immers, ook de werkwijze van journals staat ter discussie, dat weten we allemaal.

Maar hoe gaan we dan met dit dilemma om? Hoe kunnen we onafhankelijk praktijkonderzoek doen voor profitorganisaties die meebetalen aan onderzoek? En nog belangrijker: wat leren we onze studenten?

In mijn ogen moeten onderzoekers over een drietal eigenschappen beschikken: kennis, vaardigheden en houding. Dat geldt ook voor studenten die onderzoek doen. Vooral de onderzoekende houding speelt een rol bij onafhankelijkheid. Een onderzoeker is kritisch, vorsend, en hij/zij neemt afstand tot het onderwerp. Deze houding zorgt ervoor dat een onderzoeker het resultaat waardevrij kan presenteren, ongeacht de uitkomst. Dat is wat ik ook studenten leer. Wees niet bang om onderzoeksresultaten bekend te maken ongeacht de aard van deze boodschap. Als deze krachtig is en waar, dan zal een opdrachtgever daar alleen maar blij mee zijn. Die heeft niets aan een opgepoetst resultaat of een slap advies dat niet blijkt te werken. Naast adviezen over kennis, vaardigheid en houding, zijn er uiteraard ook meer praktische tips te geven, zoals helderheid van de boodschap en transparantie in de communicatie, evenals een gedegen verantwoording van de methode en de resultaten.

Terug naar het voorbeeld. De onderzoekers uit de studie over peutervoeding (Akkermans et al., 2017) beschikken natuurlijk over de drie genoemde kerneigenschappen. Onderzoeksethiek dicteert dat onderzoek onafhankelijk wordt uitgevoerd en dat op de juiste wijze transparantie van onderzoeksmethoden wordt nagestreefd. Toch heeft zogenaamd ‘gesponsord’ onderzoek door het bedrijfsleven de schijn tegen. Dit wordt bevestigd in meta-analyses waaruit blijkt dat de uitkomsten van ‘gesponsord’ onderzoek aanzienlijk gunstiger uitvallen voor de opdrachtgever dan bij onderzoek dat niet door het bedrijfsleven wordt gefinancierd (Vartanian, Schwartz & Brownell, 2007). Dit geldt niet alleen in de voedingsindustrie, maar bijvoorbeeld ook in de farmaceutische industrie. Praktijkonderzoek dat (deels) door het bedrijfsleven wordt gefinancierd is aan de orde van de dag. Denk maar aan het ‘topsectorenbeleid’ in Nederland (Stroebe, 2013). Ik hoop dan ook, dat mijn pleidooi voor openheid, transparantie en een kritische houding blijvend wordt gehoord. Geen resultaten voor lief nemen en kritische vragen blijven stellen dus.

Maar er is ook iets dat wij, docenten, kunnen doen. Wij kunnen en moeten de student voorbereiden op deze onafhankelijkheid. Wij moeten de student leren de juiste vragen te stellen, een open blik te houden en verantwoording af te leggen van gebruikte methodiek. De bron en het hart van de kritische, onderzoekende houding ligt in het onderwijs. Dat is goed om te weten.


Bronnen

Akkermans, M.D., Eussen, R.B.M., Van der Horst-Graat, J.M., Van Goudoever, J.B. & Brus, F. (2017). A micronutrient-fortiļ¬ed young-child formula improves the iron and vitamin D status of healthy young European children: a randomized, double-blind controlled trial. American Journal of Clinical Nutrition, January 2017. doi: 10.3945/ajcn.116.136143.

Stroebe, W. (2013, 6 november). Sponsoring bedrijfsleven kan onderzoeksresultaten beïnvloeden. DUB blog. Verkregen op 6 februari 2017 via www.dub.uu.nl.

Vartanian, L.R., Schwartz, M.B., Brownell, K.D. (2007) Effects of soft drink consumption on nutrition and health: a systematic review and meta-analysis. American Journal of Pulic Health, 97(4), 667-675.