Onze boerderij wordt verbouwd. Althans, de schuur. Daar gaan we over vijf maanden dan wonen. Tijdens de verbouwing wonen we tijdelijk in de oude boerenwoning ernaast. Daar zijn we zeker niet de enige in, in verbouwen 'op de buiten'. Folders van veelbelovende bouwbedrijven en tuinontwerpers vallen in de bus, er wordt een ‘country fair’ georganiseerd voor het betere buitenleven en een ‘buitendag’ bij de meubelboulevard (ik moet nog ontdekken wat dat is). En iedereen is het erover eens: het moet allemaal beter, schoner, zuiniger.
Bij het verbouwen van je woning komt heel wat kijken, zeker als je alles ook nog duurzaam wilt bouwen. En dat willen wij. We hebben dikke isolatiematerialen laten komen voor de vloer, wanden en dak. Er komen extra zonnepanelen en met de luchtwarmtepomp moet de hele schuur straks energieneutraal kunnen worden bewoond.
Echter, na een aantal maanden offertes wegen, subsidies aanvragen en voorlichtingen bezoeken gaat dat woord duurzaamheid toch wel een beetje kriebelen. Het verschijnt in alle lagen van de samenleving, als een soort Haarlemmerolie. Niet alleen bij bouwen en energie, ook in de schappen van de supermarkt (zoals duurzame vis), in onze organisaties (duurzaam management) en zelf in mode en kleding. Om ons geweten te sussen, denk ik. Dat geweten dat zich bewust wordt van het feit dat wij de laatste decennia roofbouw hebben gepleegd op onze planeet en dat het nu allemaal anders moet en beter. Voor onze kinderen.
Maar het kan in mijn geval even goed een vorm van selectieve perceptie zijn. Dat fenomeen dat voorkomt dat als je ergens druk mee bezig bent, je aandacht daar onbewust meer naar uitgaat. Alles wat met duurzaamheid te maken heeft valt dan extra op.
Maar wat moeten we dan met dit begrip? Een beetje neuzen op Internet leert al snel dat duurzaamheid alles te maken heeft met een lange levensduur, het zodanig inrichten van de samenleving dat toekomstige generaties daar ook profijt van hebben, en dat het onze aarde (maar ook onze samenleving) niet uitput. Nou ja, daar willen we graag aan meewerken. Toch?
Ook in het hoger onderwijs is duurzaamheid een buzzwoord geworden. Zo schieten de duurzame lectoraten als paddenstoelen uit de grond: duurzame HRM, duurzaam financieel management, duurzame leefomgeving, duurzame energie. Zou er ook ‘duurzaam onderzoek’ zijn? Ik vind geen hits op Internet. Maar ja, eigenlijk moet ik vaststellen dat alle onderzoek duurzaam is. Immers, het is gericht op het inrichten van de samenleving, op de mensen die er wonen, de interacties die ze aangaan en de energie die ze gebruiken. Het is gericht op de toekomst, met als doel de resultaten in te zetten voor de samenleving. Onderzoek is daarmee een heel relevante systematiek om duurzaamheid vast te stellen, te verbeteren en te borgen voor de toekomst. Duurzaamheid is toch niet zo’n kriebelwoord als ik dacht.
Tot de volgende keer,
Nel