De groene draad door onderzoek

In mijn blog van maart ben ik ingegaan op de vraag of er zoiets bestaat als duurzaam praktijkonderzoek. Uit de reacties die ik ontving en uit mijn verdere leeswerk blijkt, dat dit inderdaad het geval is. Het is onderzoek dat toekomstbestendig is en dat gericht is op het koppelen van nieuwe aan bestaande kennis en de waarde die dat heeft voor de samenleving. Valorisatiewaarde dus!

Bij de term 'duurzaam onderzoek' denk je misschien aan onderzoek naar milieumaatregelen, duurzame materialen en vraagstukken over de circulaire economie. Ik doel echter meer op het duurzame proces van het onderzoek dan op het onderwerp. Een mooi voorbeeld hiervan is actieonderzoek naar sociale innovaties in organisaties. Daarbij worden de effecten van sociale innovaties van binnenuit geanalyseerd en tijdens het proces van invoering geëvalueerd en bijgesteld.

Zo kan de onderzoeker het proces van verandering aan den lijve meemaken en al handelend bijstellen. Leunend op bestaande kennis en ervaring, sturend naar de toekomst. Hoe kunnen we dit duurzame onderzoeksproces het beste beschrijven? Ik zie het als continu en cyclisch, en als een voortdurende monitor van de kwaliteit van onderzoek. Deze loopt als het ware als een groene draad door je hele onderzoeksproces heen. In iedere fase van het onderzoek wordt op de kwaliteit gelet: doen we de goede dingen en doen we de dingen goed. Daarbij rapporteren we open en transparant en geven we aan waar de leerprocessen zitten. Levert het project nieuwe vragen op? Dan begint de cyclus gewoon overnieuw. De houdbaarheid naar de toekomst zie je op twee manieren terug: in de bruikbaarheid van de conclusies en aanbevelingen en in de nieuwe onderzoeksvragen die het oplevert. Dit laat onverlet dat valorisatie van onderzoek slechts bestaat bij de gratie van betrouwbaarheid, validiteit en bruikbaarheid van haar resultaten –onderzoekskwaliteit 2.0 dus.

In het duurzaamheidselement ligt ook de relatie met studenten besloten. Dat wordt zichtbaar in de manier waarop studenten leren en waarop zij problemen oplossen (Geitz, 2016). In het bijzonder kijken we naar de wijze waarop praktijkonderzoek wordt ingezet tijdens het leerproces van studenten: als instrument in een proces, niet als doel op zicht. Die kern van praktijkonderzoek moeten we vasthouden en doorgeven aan onze studenten. Pas als we dat doen gaan studenten begrijpen waarom onderzoeksvaardigheden belangrijk zijn, gaan ze hun eigen leeromgeving en -momenten creëren in een constructivistische benadering en pas dan zullen innovatieve leermethoden en (duurzaam) onderzoek goed op elkaar aansluiten.

Ten slotte is er nog de vraag hoe we dat gaan doen, duurzaam onderzoek begeleiden. Zijn er tips? Ik noem er zomaar een paar. Zo kunnen studenten een verantwoordingsdocument maken voor de opdrachtgever of een duurzaamheidslog voor de begeleider, zodat duurzame aspecten zichtbaar worden. In de ontwerpfase kan duurzaamheid tijdens het intakegesprek nadrukkelijk ter sprake komen of onderwerp zijn bij de zoektocht naar publicaties. Ook kan het als apart onderdeel van de beoordeling worden opgenomen.

Zo wordt deze groene draad zichtbaar voor student, begeleider en opdrachtgever en zijn we een stap dichterbij het doel: studenten een onderzoekende houding laten ontwikkelen. We hebben nog veel werk te doen. Ik kijk ernaar uit. Jullie ook?

Nel Verhoeven  

Gebruikte bron: Geitz, G. (2016, 1 december). Duurzaam onderwijs, een trialogisch proces (lectorale rede). Leeuwarden: Stenden Hogeschool.