Mensen die mij goed kennen weten dat ik graag sport. Zo’n vier keer per week (soms vijf) fietsen, fitness, badminton of hardlopen. En thuis wacht dan de groentetuin, de computer voor de analyses en de blogs. En natuurlijk de schrijverij. Als onderzoeksconsultant doe ik de ene opdracht na de andere: gastlessen, afstudeerbegeleiding, kwaliteitszorg van onderzoek, begeleiding van onderzoeksteams, en natuurlijk een stuk acquisitie. Momenteel werk ik aan een hele interessante klus als Hoofd ZB Planbureau. Lekker de hele dag bezig zijn met onderzoek, mensen inspireren en mooie (vooral bruikbare) resultaten opleveren. En ook hier weer fiets ik heen en weer tussen Ovezande en Middelburg.

De laatste tijd loopt het lichamelijk niet meer zo soepel: snel moe, last van (dacht ik) hielspoor, stijfheid ’s morgens, niet goed op gang komen en steeds meer last van mijn knie. Natuurlijk kun je dan stoppen met hardlopen, maar in mijn geval is dat niet eenvoudig. Totdat ik na de Tien Mijl van Antwerpen bij de dokter terechtkwam.

De huisarts stuurde me om foto’s om te zien of ik Artrose heb: nee dus. Daarna hield hij het op een fikse overbelasting, stuurde me naar het zwembad in plaats van de atletiekbaan en gaf een doos pillen mee. De pijn ging niet weg, m’n gewrichten voelden warm aan, ik kon niet meer strekken en hield vocht vast. Ik kwam bijna niet meer overeind door pijn in de knieën en heup. Een bevriende reumatoloog vroeg echter gelukkig door, deed een gedegen anamnese en gaf vrij snel en stellig uitsluitsel: artritis psoriatica. Een chronische aandoening waarbij het immuunsysteem wordt aangetast. Veel mensen kennen deze aandoening van de schilferachtige uitslag op de huid. Dat heb ik niet, dus had ik het niet herkend. Deze vorm van psoriasis kent reumatische symptomen, met gewrichtsontstekingen, vermoeidheid en een vrij grillig verloop. Het is een erfelijke aandoening, en het komt in onze familie veel voor.

Met een injectie Prednison in mijn knie was het eerste leed snel geleden. Ik voelde me weer top en de vermoeidheid zakte ook. Misschien was het allemaal niet zo erg. Ik huppelde weer door de straten. Tot afgelopen week: stijfheid, warme gewrichten, vocht in m’n been. Pfff, de ontsteking is terug. Toen wist ik: het wordt zaak m’n stijl van leven aan te passen aan wat mijn lichaam nodig heeft, ook als ik geen directe pijn heb. Veel bewegen om soepel te blijven, het wedstrijdsporten te laten voor wat het is, regelmaat, voldoende slaap, een goed dieet en vooral luisteren naar wat je lichaam fluistert.

Wat moet een verstokte hardloper als ik dan met de zo geliefde atletieksport aanvangen? Een korte literatuurzoektocht biedt uitkomst. Ik probeer de vraag te beantwoorden of en zo ja in welke mate sporten mogelijk is voor mensen met artritis. Zoekwoorden: artritis & psoriatica, praktijkonderzoek, artritis & sporten, reuma & lopen. Veel hits, weinig gedegen wetenschappelijk werk, veel adviezen vanuit het reumafonds (www.reumafonds.nl). Deze zijn voornamelijk gericht op zwemmen, op de beweegnorm en op bewegen voor ouderen (daar reken ik mezelf nog niet toe).

Toch vind ik een paar antwoorden. Nieuwe inzichten geven namelijk aan (Krikhaar, n.d.) dat beperkt hardlopen wel degelijk kan helpen de ziekte beter op te vangen. Je traint namelijk precies die spieren die de ontstoken gewrichten ondersteunen. Nee, geen marathons en technische nummers. Eerder korte soepele loopjes, afgewisseld met fietsen, oefeningen voor balans en (toch nog) veel zwemmen. Kortom, ik heb mijn loopschoenen niet bovenin de wilgen gehangen, maar iets lager, mijn zwempak ernaast en de nieuwe e-bike op standje ‘soepel’. Dat gaat lukken.

Met de ontsteking onder controle ga ik weer werken aan mijn conditie. Met nieuwe energie. Ik verheug me op de opdrachten die dit najaar op stapel staan: als adviseur, als begeleider en als onderzoeker. Jullie weten me te vinden.

 

Bronnen:

Krikhaar, N. (n.d). Zeven weken trainen.Op 29 juli 2018 verkregen via https://www.reade.nl/files/artikel-hardlopen-met-reuma-reumamagazine-okt-2017.pdf.

Meer informatie over hardlopen met reuma hier.