Hoopvolle verwachtingen

Acties in de zorg, het onderwijs, protest van boeren, bouwers en milieuactivisten… Je kunt deze dagen de krant niet openslaan of er wordt weer een actie aangekondigd. Waarom toch, trekken er zoveel mensen ineens gezamenlijk naar het Malieveld om te protesteren? Kennelijk is de tijd rijp voor actie, en bovenal zijn de verwachtingen over het resultaat hooggespannen. Mensen zijn bezorgd, zoveel is wel duidelijk. Maar waarom gaan ze dan massaal de straat op? Trekken ze gele hesjes aan? Is er hoop op sociale verandering? Als onderzoeker, ben ik nieuwsgierig naar de oorzaak en wil ik het uitzoeken. 

De onderzoekers Cohen-Chen en Van Zomeren van de Rijksuniversiteit Groningen doen onderzoek naar collectieve (protest)acties. Ze analyseerden op welk moment mensen tot collectieve actie overgaan. Doen mensen dat alleen uit solidariteit met de groep? Of speelt hoop daar ook een rol bij? Dat laatste is eigenlijk nooit goed onderzocht. 

Volgens de onderzoekers is er een verschil tussen het gevoel van doelmatigheid van groepsactie, oftewel ‘group efficacy’, en de hoop op sociale verandering. Er zijn drie voorwaarden voor collectieve actie: je hebt (1) een groep; (2) een doel (te weten: sociale verandering) en (3) organisatie van de gezamenlijke actie. Hoop kan daarbij een rol spelen als de actievoerders hooggespannen verwachtingen hebben over het succes van hun actie – ‘high hopes’ dus. 

Cohen-Chen en Van Zomeren deden drie experimenten: eentje waarbij de verwachtingen laaggespannen waren (‘low hope’) en twee waarbij ze de verwachtingen manipuleerden, waardoor het leek of de acties succes hadden. En wat bleek: mensen gaan eerder de straat op als ze verwachten dat ze daadwerkelijk iets kunnen veranderen – bij ‘high hopes’ dus. Bij ‘low hopes’ is die motivatie een stuk minder. Hoop doet leven. Ik wens jullie dan ook een hoopvol 2019. 

 

Bron
Cohen-Chen, S. en Van Zomeren, M. (2018). Yes we can? Group efficacy beliefs predict collective action, but only when hope is high. Journal of Experimental Social Psychology, 77, 50-59. Doi.org/10.1016/j.jesp.2018.03.016.