Laatst viel me de term burgerwetenschap op, die Rosanne Hertzberger in haar column op 17 oktober jongstleden in NRC beschrijft. Volgens Hertzberger is burgerwetenschap onderzoek dat buiten gevestigde instituten plaatsvindt. Ze vindt dat wetenschappers vaker burgerwetenschap bij hun onderzoek moeten betrekken. Maar wat houdt burgerwetenschap nu eigenlijk precies in?
Hertzbergers definitie klopt deels. Wat preciezer geformuleerd, wordt onder burgerwetenschap onderzoek verstaan onderzoek dat geheel of gedeeltelijk door burgers of niet-professionele wetenschappers wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld door vrijwilligers. Burgerwetenschap (in het Engels ‘Citizen Science’ genoemd) wordt vaak met of onder begeleiding van wetenschappers verricht. Te denken valt aan onderzoek naar waterkwaliteit, meteorologische metingen, observaties van dieren, maar ook aan amateur-archeologisch onderzoek. Zelf voer ik ook onderzoek uit buiten gevestigde instituten, maar ik ben wel wetenschapper.
Hertzberger stelt vast dat haar pleidooi om meer naar uitkomsten van burgerwetenschap te kijken niet heel enthousiast door wetenschappers is ontvangen. Onderzoek lijkt voorbehouden aan universiteiten en het wordt moeilijk gevonden. Bovendien stelt zij dat betrouwbaarheid van burgerwetenschap moeilijk is vast te stellen. Dat laatste ben ik niet met haar eens. Er worden ook bij burgerwetenschap vele checks uitgevoerd om de betrouwbaarheid te waarborgen. De samenwerking met professionele onderzoekers is juist van toegevoegde waarde voor de betrouwbaarheid.
In haar column stelt Hertzberger fundamenteel en burgerwetenschap tegenover elkaar. De rol van praktijkonderzoek wordt echter nauwelijks besproken. Praktijkonderzoek staat veel dichter bij de samenleving, het wordt meestal aan hogescholen uitgevoerd en deze instellingen leveren professionals af, met een onderzoekende houding en dito vaardigheden. Dat betekent dat zij in en voor hun beroepspraktijk, buiten gevestigde instituten, onderzoek kunnen doen, omdat ze weten hoe je de juiste vragen stelt en hoe je op systematische wijze naar antwoorden kunt zoeken. Burgerwetenschap dus, maar dan wel bruikbaar in de samenleving waarin de vragen ontstaan en moeten worden opgelost.
Maar wat is burgerwetenschap dan niet? Het is niet het shoppen in onderzoeksresultaten om je gelijk te halen in discussies. Geen cherry-picking van welgevallige conclusies om jouw mening kracht bij te zetten, of om een politiek statement te maken. Voorbeelden hiervan zijn er te over, zoals de argumenten van de klimaatsceptici en de complotdenkers.
Onderzoek, ook praktijkonderzoek, moet betrouwbaar en valide worden uitgevoerd. Daarover bestaat geen twijfel. Daar heb je professionele onderzoekers bij nodig, zowel binnen als buiten kennisinstellingen. Als je echter naar het criterium bruikbaarheid van onderzoek kijkt, dan kan burgerwetenschap een mooie bijdrage leveren aan onderzoeksresultaten, juist omdat door en voor de burgers in deze samenleving wordt uitgevoerd. Dan ben ik het weer volmondig met Hertzberger eens. Onderzoek is een vak apart, dat wel, maar je moet het toch gewoon doen!
Meer lezen..?
Baaren, E. (2020, 20 oktober). Wetenschappelijke integriteit is geen afvinklijstje. Verkregen op 25 oktober 2020 via www.scienceguide.nl.
Hertzberger, R. (2020, 17 oktober). Vervelend hoor al die autonome onderzoekers. NRC.
WUR (n.d.) Dossier Burgerwetenschap (Citizen Science). Verkregen op 25 oktober 2020 via https://www.wur.nl/nl/Dossiers/dossier/Citizen-science-burgerwetenschap.htm.