Onafhankelijk (praktijk)onderzoek

Wanneer is onderzoek onafhankelijk? In mijn boek Wat is onderzoek? (2022) geef ik op die vraag het volgende antwoord: Als je als onderzoeker objectief blijft, afstand houdt tot het onderwerp en jouw mening niet laat meetellen. Maar ja, wat nu als de opdrachtgever een verborgen agenda heeft, of als er politieke of tactische keuzes meespelen? Hoe pak je dat als onderzoeker aan?

Enige tijd geleden deed ik onderzoek voor een opdrachtgever bij de overheid. Doelen van dit onderzoek waren (1) de evaluatie van een nieuwe maatregel bij een groep medewerkers en (2) aanbevelingen doen voor het verder uitrollen ervan in de organisatie. Het voorstel was om een vragenlijst sturen aan alle medewerkers, en vervolgens het gesprek aan te gaan met een kleiner aantal mensen om zo het onderwerp uit te diepen. Het voorstel werd goedgekeurd en we gingen aan de slag. Niet veel later ontstonden er problemen, en de opdrachtgever wilde actief ingrijpen in het onderzoek en het een draai geven die politiek beter uitkwam. Zo wilde de opdrachtgever de interviews met medewerkers laten vervallen. Een lastig moment voor alle betrokkenen. Mijn standpunt was dat de interviews onderdeel uit moesten maken van het goedgekeurde ontwerp. Als dat zou worden nagelaten, zou het niet mogelijk zijn om betrouwbare en valide uitspraken te doen. Ondanks het risico dat ik de opdracht zou kwijtraken, ging ik niet akkoord met de voorgestelde wijziging. Ik stelde mijn onafhankelijke en objectieve houding boven die van het behoud van de opdracht.

Het hebben en behouden van een onafhankelijke houding is vaak lastig. Zeker bij praktijkonderzoek. Organisaties willen soms hun plannen door (gunstige) onderzoeksresultaten bevestigd zien. Onderzoek is dan de Haarlemmerolie die alles smeert, zeker als de resultaten kunnen worden gegeneraliseerd. In dat geval is de opdrachtgever op zoek naar significantie van de resultaten. Dat wordt geïnterpreteerd als ‘bevestiging’. Daar is onderzoek echter niet voor bedoeld.

Ook wordt bij praktijkonderzoek vaak samengewerkt met vele kennispartners. Die willen allemaal hun aandeel in het onderzoek zien. Hoe regel je dat als onderzoeker, zonder je onafhankelijkheid te verliezen? Die wil de opdracht tot een goed einde brengen, maar ook objectief de resultaten presenteren. Veel studenten doen praktijkonderzoek tijdens hun stage, met uitzicht op een baan. Dit maakt het  lastig om onafhankelijk onderzoek te doen, immers, je wilt niemand tegen de haren instrijken. Zeker je toekomstige werkgever niet.

Een klinkklare oplossing voor dit dilemma heb ik niet, wel een aantal tips:

  • Zet afspraken goed op papier en zorg ervoor dat iedereen je onderzoeksvoorstel kent en laat zien hoe de methoden een antwoord op de hoofdvraag kunnen geven.
  • Bespreek eventuele dilemma’s met je opdrachtgever zodat die weet dat jouw onafhankelijkheid als onderzoeker belangrijk is. Jij weet als onderzoeker het beste op welke wijze de vragen in het onderzoek beantwoord kunnen worden. 
  • Leg goed uit wat significantie van resultaten betekent en laat er geen twijfel over bestaan dat dit geen vrijbrief is om er allerlei maatregelen door te drukken. 
  • Behoud afstand als onderzoeker en bespreek kritische resultaten in kleine kring, alvorens ze voor een groter publiek te presenteren.
  •  Zorg voor onderzoekers die jouw onderzoek kritisch meelezen of steunen zodat je je resultaten kracht bij kunt zetten.
  • C’est le ton qui fait la musique: kijk extra goed hoe je de resultaten presenteert. Kritische distantie is meer dan alleen je eigen mening buiten beschouwing laten, het betekent ook dat je kritisch naar je eigen werk kunt kijken. De toon van rapporten en presentaties kan helpen om een (kritische) boodschap goed over te laten komen.
  • Ten slotte is het van belang dat je je realiseert dat jij de onderzoeksexpert bent die weet hoe je het beste onderzoek kunt uitvoeren. Jouw opdrachtgever heeft je om deze expertise gevraagd. Jouw overwicht in kennis en ervaring geeft je de mogelijkheid om je onafhankelijkheid te bewaren.

Hoe het onderzoek bij de overheid afliep? In een reflectief moment constateerden we dat we de methoden wellicht duidelijker hadden moeten beargumenteren. In een goed gesprek hebben we de opdrachtgever uitgelegd hoe het ontwerp tot stand is gekomen en waarom we dit gekozen hebben. Verder hebben we aangegeven dat eventuele kritische resultaten een opdrachtgever juist veel verder helpen door de leercurve die erin zit. Het werd een prachtig onderzoek, met een aantal bruikbare adviezen voor de opdrachtgever.